2 november 2009

Impressie

Rijswijk --- Voor een verslaggevende duif is een stationshal een uitstekende plek om aan verhalen te komen. Nu geeft het openbaar vervoer altijd wel stof tot gesprek. OV-chipkaarten, blaadjes op de rails, buschauffeurs die de weg niet kunnen vinden en zo verder. Maar over passagiers is ook genoeg te vertellen.

Het begint al in de stationshal. De meeste mensen passeren hier dagelijks op weg naar hun werk. Met de slaap soms nog in het lijf of met het hoofd al bij het werk snellen ze blindelings naar het gebruikelijke perron voor de overbekende trein naar kantoor. Het enige wat hen in die routine stoort zijn minder geoefende reizigers die verwoede pogingen doen de vakantie-expresse te bereiken.

Truus en Trees behoren tot die vakantiereizigers die, op zoek naar het juiste perron, elkaar pal voor de toegangsdeur treffen en een eindeloos lijkend gesprek beginnen (tot ergernis van de overige reizigers die zich nu naar binnen moeten wurmen). De dames kennen elkaar al jaren en van haver tot gort. Door die lange bekendheid permitteren ze het zich om elkaars doen en laten kritisch te beschouwen, bijna zoals zussen dat zouden doen. Toch weten ze tot op dat moment van elkaar niet dat ze dezelfde reis gaan maken. Trees ziet Truus als eerste en vraagt op de rechtstreekse manier van een oude bekende "Ga jij naartoe?" "Ga jij naartoe, ga jij naartoe …", reageert Truus, "naar Betlehem natuurlijk." "Ach", zegt Trees, ook al. Wat moet jij nou in Betlehem?" "Ja zeg," geeft Truus direct terug, "gaat jou wat aan. Iedereen wil naar Betlehem. Dus waarom ik niet?" "O, dus", is het weinig verheffende antwoord van Trees. "Ja, dus", bevestigt Truus met een ferme hoofdknik.

Al bakkeleiend schuifelen ze naar een rustiger plekje in de stationshal. Waar andere wachtende passagiers vermakelijk toekijken naar het schouwspel dat Truus en Trees bieden met hun uitdossing en meegezeulde baggage. Terwijl de forensen voorbij spoeden om de net binnen gekomen trein nog te halen.